Bancaire zorgplicht finale
Inleiding
Aan het al goede komt een einde. De afgelopen 2 jaren heb ik u deelgenoot mogen maken van mijn juridische columns met betrekking tot de bancaire zorgplicht en aanverwante zaken. Het is tijd om het stokje door te geven en derhalve leek mij dit een gepast moment om een beknopte samenvatting te geven van een aantal behandelde onderwerpen, met name gezien het feit dat deze onderwerpen thans nog steeds zeer actueel zijn.
Opzegging krediet
Op basis van de contractuele voorwaarden van de kredietdocumentatie en de relevante algemene voorwaarden van de bank, is de bank in principe al snel bevoegd om over te gaan tot opeising/opzegging van het krediet. Of een dergelijke opeising/opzegging juridisch ook stand zal houden is echter mede afhankelijk van een aantal andere factoren, waaronder de zorgplicht van de bank. In ieder geval kan gesteld worden dat er niet onzorgvuldig en buiten proportioneel gehandeld mag worden door de bank.
Borgstelling
Bij borgstelling dient onderscheid te worden gemaakt tussen de zakelijke borg en particuliere borg. Dit onderscheid is van groot belang, met name m.b.t. de mate waarin de bank, op basis van de zorgplicht, de borgsteller zorgvuldig dient voor te lichten omtrent de betekenis, gevolgen en risico’s van de borgstelling. Indien de bank niet aan deze verplichting voldoet, kan de borg onder omstandigheden vernietigbaar zijn.
Vermogensbeheer
Op de bank (vermogensbeheerder) rust een bijzondere zorgplicht. De zorgplicht strekt ertoe de klant te beschermen tegen de gevaren van eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht. De reikwijdte van deze zorgplicht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder begrepen (1) de aard en inhoud van de rechtsbetrekking tussen partijen, (2) de aard en complexiteit van de beleggingsproducten en de daaraan verbonden risico’s, (3) de aard en omvang van het te beleggen vermogen en (4) de mate van deskundigheid die aan de zijde van de klant aanwezig is. Rentederivaten (swaps) Op basis van de zorgplicht heeft de bank een onderzoeksplicht en zal inzichtelijk moeten maken of het product wel geschikt is voor de betreffende cliënt en aansluit op zijn doelstellingen. De bank dient de cliënt daarbij tevens op de risico’s van het product te wijzen (waarschuwingsplicht). De reikwijdte van deze onderzoeksplicht en waarschuwingsplicht zal afhangen van de specifieke omstandigheden. Daarbij speelt ook de deskundigheid van de cliënt een rol.