+31-53 436 8124

Publicaties

Wagenaar Lawyers

Rechtbank Amsterdam naar Hoge Raad in renteswap zaak Wagenaar Lawyer

Inleiding

In het (tussen)vonnis van 30 mei 2018 heeft de rechtbank Amsterdam in een lopende renteswap zaak, waarbij Wagenaar Lawyer optreedt voor de gedupeerde ondernemer, het voornemen geuit om prejudiciële vragen te gaan stellen aan de Hoge Raad.

Op grond van de wet kan de rechtbank prejudiciële vragen stellen aan de Hoge Raad wanneer zich een relevante (nieuwe) rechtsvraag voordoet in een concrete zaak, welke tevens in talrijke andere soortgelijke zaken aan de orde is (maatschappelijk belang).

De rechtbank Amsterdam is voornemens om duidelijkheid van de Hoge Raad te vragen inzake dwaling met betrekking tot renteswap zaken, met name omdat het hof Amsterdam anders beslist dan de rechtbank Amsterdam in dergelijke zaken.

Prejudiciële vragen dwaling

De rechtbank stelt dat in het bekende effecten lease arrest van de Hoge Raad van 5 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2815 (De Treek/Dexia) is bepaald dat het uitgangspunt is dat degene die een overeenkomst aangaat, moet voorkomen dat hij de overeenkomst sluit onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken (dwaling).

Zeker van een ondernemer mag worden verlangd dat hij kennis neemt van de met betrekking tot een renteswap verstrekte informatie en deze voldoende grondig bestudeert, en dat hij, indien hij die informatie niet begrijpt of daarover aanvullende vragen heeft, zich tot de bank wendt om zich nader te laten informeren, voordat hij besluit een renteswapovereenkomst af te sluiten. Indien hij dat niet heeft gedaan, dient een onjuiste voorstelling van zaken (dwaling) voor zijn rekening te blijven, zodat het beroep op dwaling faalt.

Echter, zowel het hof Den Bosch alsmede met name het hof Amsterdam hebben recentelijk anders bepaald in dergelijke derivaten procedures.

Het hof heeft daartoe overwogen dat op de bank een zorgplicht rust die kan meebrengen dat de bank als op het punt van kredietverstrekking en renteswaps bij uitstek professionele partij was gehouden uitdrukkelijk en in niet mis te verstane bewoordingen te waarschuwen voor de aan de renteswap verbonden risico’s. Daarbij dienen alle relevante omstandigheden van het geval te worden meegewogen, waaronder de mate van deskundigheid en de relevante ervaring van de cliënt. Gezien de tussen de bank en haar cliënt bestaande adviesrelatie, kon de bank volgens het hof niet volstaan met het verstrekken van schriftelijke algemene, gestandaardiseerde informatie. Op grond daarvan kwam het hof tot het oordeel dat de bank met de schriftelijke informatie die zij had verstrekt voorafgaand aan het sluiten van de renteswap, niet heeft voldaan aan de op haar rustende mededelingsplicht als bedoeld in artikel 6:228 lid 1 sub b BW.

Het hof honoreerde het beroep op dwaling van de ondernemer op basis waarvan de renteswap succesvol werd vernietigd.

Met andere woorden, kan de bank volstaan met het vertrekken van standaard brochures, ervan uitgaande dat deze wel voldoende relevante informatie bevatten (mededelingsplicht), en ligt het dan op het pad van de ondernemer om, indien hij het niet begrijpt, daar concrete vragen over te stellen aan de bank (onderzoeksplicht), of dient de bank concreet per individueel geval specifieke informatie te verstrekken, waarbij geldt dat indien de bank onvoldoende informatie heeft verstrekt, het de ondernemer niet kan worden verweten dat hij geen onderzoek heeft gedaan?

De relevante aspecten daarbij zijn derhalve, onder andere, de mededelingsplicht versus de onderzoeksplicht en de professionele partij (bank) versus de niet-professionele partij (ondernemer), althans op het gebied van derivaten / complexe financiële producten.

Timing – consequenties

Vanwege deze prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zullen lopende procedures op grond van dwaling (wederom) verdere vertraging oplopen. De procedure bij de Hoge Raad duurt gemiddeld tussen de 6 a 12 maanden. De Hoge Raad besluit of de zaak wel of niet in behandeling wordt genomen. Indien de zaak in behandeling wordt genomen zal het arrest worden gepubliceerd op de website van de Hoge Raad. Daarna dient de rechtbank alsnog inhoudelijk een beslissing te nemen.

De juridische procedures over renteswaps worden naast dwaling tevens veelal gegrond op schending van de zorgplicht. De kwesties inzake schending zorgplicht met betrekking tot renteswaps worden niet aan de Hoge Raad voorgelegd. Procedures op grond van schending zorgplicht kunnen derhalve gewoon doorgang vinden.