Renteswaps – Herstelkader
Het grootste financiële debacle van de afgelopen decennia voor het mkb wordt gevormd door de renteswaps waarmee nagenoeg alle Nederlandse banken het mkb (alsmede particulieren) overladen hebben in de relatief korte, circa driejarige periode 2006-2008.
Feiten & Cijfers
Uit onderzoek van de toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) van 18 juli 2018 blijken de volgende cijfers.
- 21.860 mkb’ers hadden een renteswap tussen 2011 en 2014
- 36.789 renteswaps liepen tussen 2011 en 2014
- 19.080 mkb’ers komen in aanmerking onder het Herstelkader
- 28.643 renteswaps komen in aanmerking onder het Herstelkader
- 2.780 mkb’ers komen niet in aanmerking onder het Herstelkader
- 8.146 renteswaps komen niet in aanmerking onder het Herstelkader
In totaal waren er dus minimaal 21.860 mkb’ers met in totaal minimaal 36.789 renteswaps. Deze cijfers zijn feitelijk nog hoger omdat de renteswaps die voor april 2011 zijn beëindigd niet worden weergegeven.
Herstelkader
In 2014 heeft de toezichthouder AFM de banken al opdracht gegeven om onderzoek te doen naar renteswaps en de schade daaronder te vergoeden aan gedupeerde mkb’ers. De banken bleken daar destijds niet (voldoende) adequaat op te reageren. Vervolgens hebben de banken onder druk van de politiek met minister Dijsselbloem het zogenaamde Uniform Herstelkader Rentederivaten MKB (het Herstelkader) afgesproken. De klanten van de banken zijn daar dus niet aan gebonden.
Op dit moment sturen de banken op grote schaal de aanbod brieven onder het Herstelkader naar hun klanten om zodoende een deel van de schade te vergoeden.
Hierbij is van belang dat onder het Herstelkader slechts een deel van de reële schade wordt vergoed. Sommige klanten en/of schadeposten komen helemaal niet in aanmerking voor vergoeding onder het Herstekader.
Renteswaps of een combinatie daarvan met een totale hoofdsom van EUR 10 miljoen of meer komen niet in aanmerking. De banken hebben inzake de renteswaps verborgen provisies in rekening gebracht. Deze komen ook niet in aanmerking voor vergoeding. Daarnaast komt de wettelijke rente niet of nauwelijks voor vergoeding in aanmerking onder het Herstelkader.
Vergoedingen
De posten die wel voor vergoeding in aanmerking komen zijn (1) de coulance vergoeding, (2) technische herstelkosten, (3) opslagverhogingen en (4) advieskosten.
De coulance vergoeding is veelal de grootste post en betreft de netto cashflow van de renteswap over de gehele looptijd. Hiervan wordt slechts maximaal 20% (voor renteswaps tot EUR 2,5 mio.) respectievelijk 10% (voor renteswaps met een hoofdsom tussen EUR 2,5 mio. en EUR 10 mio.) vergoed onder het Herstelkader met een maximum bedrag van EUR 100.000. Met andere woorden, slechts 1/5e of 1/10e deel van de reële maximale schade wordt vergoed tot maximaal een ton.
De technische herstelkosten zien op zogenaamde overhedge en/of mismatch problematiek. Deze schade komt in beginsel volledig in aanmerking voor vergoeding.
Indien de bank gedurende de looptijd van de renteswap opslag verhogingen heeft doorgevoerd, dan worden deze in beginsel ook volledig vergoed onder het Herstelkader.
Advieskosten worden tot EUR 10.000 vergoed indien de klant kan aantonen dat hij een adviseur heeft ingeschakeld voor 1 maart 2016. Alleen de kosten gemaakt tot eind 2016 worden vergoed.
Bij de meeste renteswaps of een combinatie van (geherstructureerde) renteswaps, zal de reële maximale schade veelal in de tonnen en soms zelfs in de miljoenen euro’s lopen. De gemiddelde renteswap liep veelal 10 jaar. Echter, onder het Herstelkader wordt de wettelijke rente niet, of nauwelijks, vergoed. Rente op rente over een periode van 10 jaar kan uiteraard flink oplopen.
Zorgplicht
De banken presenteren het Herstelkader over het algemeen als een mooie oplossing voor de gedupeerde klanten. Echter, daarbij wordt over het algemeen niet kenbaar gemaakt wat de klant daaronder mist en welke schadeposten dus niet of niet volledig voor vergoeding in aanmerking komen. Wanneer de bank haar klant niet volledig informeert, dan is dat niet in het belang van de klant en tevens in strijd met de zorgplicht van de bank.
Indien een klant akkoord gaat met het aanbod van de bank onder het Herstelkader, dan wordt er finale kwijting verleend. De termijnen die banken nu stellen aan de aanbiedingen onder het Herstelkader zijn vaak zeer kort. De gedupeerde klant moet dus binnen een paar weken reageren, terwijl de banken zelf al vele jaren bezig zijn om met deze kwesties. Ook dit is niet in het belang van de klanten en in strijd met de zorgplicht.
Nota bene, indien een klant een claim indient dat is het eerste verweer van de bank dat de vordering van de klant zou zijn verjaard! Ook dit is niet in het belang van de klanten en in strijd met de zorgplicht. Over deze kwestie zijn reeds eerder Kamervragen gesteld.
Conclusie
Voor een goede beoordeling van het aanbod onder het Herstelkader en om daar een weloverwogen besluit of te kunnen nemen is het uiteraard wel van belang dat er ten minste inzicht is in de omvang van de reële maximale schade, welke posten wel worden vergoed en welke posten niet.